“Praten over opvoeden is normaal. Althans: het zou normaal moeten zijn”, beweerde een senior adviseur van het Nederlands Jeugdinstituut onlangs. Ik ben het roerend met haar eens. Het is nog lang niet normaal. We schamen ons als opvoeders om te delen wat ons bezielt. Want stel dat iemand er wat van vindt… “Voor je het weet zit je bij de Raad, hoor”, opperde een moeder onlangs tijdens een huisbezoek.
Helaas ligt er ergens een onzichtbare meetlat die bepaalt wat goed en fout is. We leggen de lat hoog, opdat we “goed bevonden” worden door de gemeenschappelijke deler van wat “we normaal vinden”. Maar wat is normaal? Wat is goede opvoeding?
Er bestaat geen goede opvoeding. Er bestaat slechts opvoeding. Ik kan het woord opvoeding soms nauwelijks uitleggen aan eerstejaars studenten. Wat ik wel kan uitleggen, is dat alle ouders de beste intenties hebben en hun stinkende best doen. Over de uitvoering daarvan (dus hoe je het doet) kunnen we met elkaar in gesprek gaan. Althans, dat is mijn wens voor ouders. Voor alle ouders.
“Gemeenten zijn op zoek naar hoe ze dit kunnen faciliteren”, vervolgt zij haar pleidooi. Daar weten wij wel raad mee. Ik ben niet van het adviseren, maar als ik dan toch even los mag gaan: hoogste tijd om de OpvoedParty op te nemen in gemeentelijk beleid. Als basisvoorziening in elke wijk. Zodat ouders elkaar weer ont-moet-en, met elkaar in gesprek kunnen gaan over wat hen werkelijk bezielt.
Na een OpvoedParty hebben ze een gemeenschappelijke deler die hen diepgaand kan verbinden: “Jij bent net zo hard aan het worstelen met opvoedingsvragen als ik en dat stelt mij gerust, geeft mij vertrouwen dat ik het zo gek nog niet doe en ik kan bij jou terecht kan als ik weer eens even radeloos ben”.
Klinkt als een utopie? Dacht het niet. Ik ben benieuwd naar je reactie.
Leave a Reply