“Als je nu niet…. dan mag je straks niet mee.” Hij stond nét buiten gehoorsafstand. Dus ik weet niet wat er NU moest gebeuren. Maar de toon liet geen enkele twijfel toe.
Door de bosjes van de camping zie ik een meisje van een jaar of 6. Haar hoofd is gebogen. Even later loopt haar opa geïrriteerd in mijn gezichtsveld. Hij draait zich nog een keer om. “Kom je nou?” roept hij al met iets mildere toon. Ze richt haar hoofd voorzichtig op. Ze tast haar opa af. De kust is veilig en ze huppelt naar hem toe.
Ik denk na over het tafereeltje. Om te beginnen schiet het woord omkopen door me heen. Als… dan. We doen het allemaal zo nu en dan.
Ik zie zijn machteloosheid en ook dat hij er voor haar wil zijn. Ik voel direct de beste intenties van de grootvader die zijn kleinkind niet wil afkatten. Maar even niet weet hoe het anders moet. En ook dat hebben we allemaal wel eens.
We wandelen van Dieren naar Velp vandaag en het tafereel van de ochtend blijft me bij. Ik realiseer me heel goed dat dit is hoe ik naar ouders kijk en wil kijken.
Ik zie vooral de beste intenties. Iedere ouder heeft ze. Soms wat diep verscholen. Onder eigen trauma en persoonlijk leed. Maar als ik dat pareltje heb gevonden, is elk advies overbodig. Dan voelt iedere ouder zijn/haar eigen potentieel. En kan hij/zij daar uit putten voor elk denkbaar dilemma.
Herkenbaar?
Leave a Reply